Brasschaatse begroting 2007: De begroting is van iedereen.
Brasschaat, 22 december 2006.
Brasschaatse begroting 2007: De begroting is van iedereen.
Fractievoorzitter
Maar misschien tovert de VLD nog een wit konijn uit haar hoed, want we lezen in de synthesenota dat we binnen de drie maanden de echte begroting mogen verwachten. Een nieuwe begroting op basis van de nieuwe beleidsnota. De synthesenota vermeldt ook het verslag van de financi?le commissie. Dat verslag is buiten het feit dat men ?2006? door ?2007? in de tekst verving voor de volle 100 % het zelfde verslag.
Toch zet de begroting al wel de grote lijnen uit:
Ten eerste: de kas is leeg. Maar dat voorspelden we al enkele jaren geleden. We hebben in de aanloop naar de verkiezingen dan ook aardig wat lintjes mogen doorknippen. Een fenomeen dat we niet alleen in Brasschaat zien. Maar de rekening moet nog komen uiteraard.
Ons reservefonds wordt naar 2010 toe vakkundig leeggemaakt. Zoals de naam zegt, dient het daar voor, maar ook dat fonds heeft een bodem. Die zien we dus in 2010.
Ten tweede: het meest interessante van een begroting: de werkingskosten of het echte beleid. Deze werkingskosten moeten noodgedwongen dalen. De kas is leeg weet u wel. We zijn uitgefeest, we voorzien zelfs 30.000 euro minder voor feestelijkheden. Maar we voorzien ook minder geld voor sport, minder geld voor cultuur, minder geld voor onderwijs en zelfs de stedenband gaat verder op regime.
Ten derde: de schuld stijgt verder, en naar 2010 toe stijgt deze schuld zelfs spectaculair. Tussen 2005 en 2010 kunnen we al bijna spreken van een verdubbeling.
Vorig jaar werd nog vooropgesteld dat de schuld per inwoner in 2009 reeds ?766 zou bedragen, vandaag wordt dat noodgedwongen bijgesteld naar ?932. Of een stijging van 22 %. Maken we de vergelijking tussen 2005 en 2010 dan lezen we in de begroting een bedrag van ?563 voor 2005 en een bedrag van ?976 in 2010; of een stijging per inwoner met 73 %.
Er staat te veel ?als? en ?indien? in de begroting.
Tussendoor vestigde onze fractievoorzitter ook nog de aandacht op het gemeentelijk aandeel in het OCMW-budget. Vorig jaar kenden we nog een mooie financi?le meevaller met onze toelage aan het OCMW. Het bedrag dat we nu echter moeten voorzien wordt toch opmerkelijk: ?145 euro per inwoner. Dat is voor het gemiddelde jonge gezin toch al vlug 24.000 oude franken. Maar eigenlijk ligt dat bedrag nog hoger, want de groep die bijdraagt, wordt kleiner en de groep die er gebruik van moet maken, wordt groter. Het is duidelijk dat onze vertegenwoordigers in het OCMW een belangrijke taak staat te wachten.
afdelingsvoorzitter